Hoe kunnen we de naasten ondersteunen?
Aan het eind van haar dienst heeft Iris aan Peter en Margriet gevraagd of ze even mee willen komen naar de stilteruimte. In alle rust gaan ze met elkaar in gesprek. Inge vraagt hoe het met hen gaat en luistert naar wat Peter en Margriet te vertellen hebben. Inge geeft hen informatie over de gezondheidstoestand van Ann, ze legt uit wat ze aan Ann ziet, en wat dit zegt over de stervensfase waarin Ann nu verkeerd. Peter wil het naadje van de kous weten, en vraagt op dringende toon aan Inge wat zij en de dokter nu gaan doen voor zijn moeder en vraagt zich af hoe ze haar nog wat op kunnen knappen. Margriet zucht ervan: “laat haar toch met rust Peter, haar lichaam is op! Je weet het toch, mam is niet bang om te sterven, dat heeft ze laatst nog gezegd.” |
Elke naaste heeft een eigen sterf- en copingstijl en daarbij individuele behoeften aan steun. De zorgverlener heeft bepaalde competenties en interventies tot haar beschikking om de naasten te ondersteunen tijdens het waken.
Eén van de competenties is een juiste manier van communiceren.
Interventies zijn het gebruik van de richtlijn zorg in de stervensfase, Zorgpad Stervensfase en de waakdoos.
Enkele van de competenties zijn nader uitgewerkt. Lees meer.