De probleemstelling van de scriptie is:
“wat zijn de behoeften van de naasten in de periode rondom het overlijden van de patiënt in een hospice en hoe kan de verpleegkundige de naasten hierin ondersteunen?”
Aan de hand van de titel van de scriptie werd onderzocht en beschreven wat de wetenschappelijke literatuur over deze probleemstelling zegt en vanuit die bevindingen is de Waakdoos ontwikkeld.
De titel van de scriptie:
“rol van de verpleegkundige in het ondersteunen van de naasten in de periode rondom het overlijden van een patiënt in het hospice.
De subtitel: het gebruik van een Waakdoos ten gunste van deze ondersteuning.”
De verpleegkundige heeft een rol in het ondersteunen van de naasten, vanuit de beroepsgroep beschreven in het competentie- en beroepsprofiel verpleegkundigen in de palliatieve zorg. De verpleegkundige gebruikt hierbij haar persoonlijke competenties geïntegreerd in het beroepshouding en beroepsspecifieke attitudes. De verpleegkundige benadert de naasten respectvol, is ondersteunend en informeert hen. De verpleegkundige verricht dit werk vanuit een palliatief team, welke multidisciplinair is en integrale palliatieve zorg biedt.
Iedere verpleegkundige, iedere naaste en iedere patiëntensituatie is uniek waarbij ieder een eigen coming- of sterfstijl heeft, die een eigen unieke benadering vraagt.
Coping- of sterfstijlen:
- Proactieven leven met de dood
- Onbevangenen leven zonder de dood
- Socialen bang voor de dood
- Vertrouwenden leven na de dood
- Rationalen controle over de dood
De behoeften van de naasten in de periode rondom het overlijden van de patiënt zijn net zo uniek en individueel.
De behoeften zijn onder te verdelen in vier domeinen:
- De behoefte aan informatie
- De behoefte aan praktische steun
- De behoefte aan emotionele steun
- De behoefte aan steun rondom rol en identiteit
Waken is voor de naasten een tijd van bewustwording en bezinning. Waken is leven in een trage tijd, de naasten moeten zich losmaken uit hun vaak gehaast bestaan. Het overlijden van de patiënt is nabij en zittend aan het bed komen er vaak allerlei herinneringen en emoties boven, de naasten worden geconfronteerd met het afscheid nemen en de naderende dood.
De verpleegkundige en de naasten gaan in deze periode samen op weg, waarbij de verpleegkundige de naasten ondersteund in zijn behoeften. Hierbij kunnen zij gebruik maken van de Waakdoos, waarin attributen zitten, gericht op de behoeften van de naasten. Het gebruik van de Waakdoos nodigt uit om met elkaar in gesprek te gaan, zowel de naasten met de patiënt en de naasten onderling, als de naasten met de verpleegkundige.
Door het gebruik van de Waakdoos komt er meer ruimte voor de beleving van de naasten, waarbij de dood niet wordt verzwegen. Hierdoor krijgt de naaste meer ruimte in tijd en in beleving voor het naderend afscheid en de confrontatie met de dood.
Dit alles kan geven dat de naasten met een goed gevoel terug kunnen kijken naar de periode rondom het overlijden, wat de rouwverwerking ten goede komt.